(Ware Christelijke Godsdienst 82,83)
door ds. Paul Booth
Voorlezingen
- Jesaja 25: 1, 8, 9,
- Lukas 1: 30, 33, 35
- Ware Christelijke Godsdienst 85: 1b, 2b.
Jehovah God is nedergedaald en heeft het Menselijke aangenomen om de mensen te verlossen en zalig te maken&…; Jehovah Zelf zegt dat Hij de Zaligmaker de Verlosser is: Ben Ik het niet, de Heer? En er is geen God meer behalve Mij, een rechtvaardig God, en een Heiland, Niemand is er dan Ik [Jesaja 45: 21] (W. Chr. G. 82, 83)
Wie is er vele eeuwen geleden op aarde gekomen om de mensheid van de banden der hel te verlossen? Was het Jehovah, onze God, of was het Iemand anders?
In Jesaja staat: Ik ben de Heer, en er is geen Heiland behalve Mij. En Zo zegt de Heer, de Koning van Israël, en zijn Verlosser, de Heer der heirscharen: Ik ben de Eerste, en Ik ben de Laatste, en behalve Mij is er geen God (43: 11 en 44: 6).Hoedanig was Zijn Komst om de mensheid te verlossen? Hij kwam met Macht, doordat Hij het Menselijke aannam. Dit geschiedde volgens de Goddelijke Orde, overeenkomstig welke de Heer God het Heelal geschapen heeft en alles wat zich daarin bevindt.Ontvangenis en geboorte waren de bij de schepping van de mensheid gevestigde Orde, zoals geschreven staat in Jesaja en Mattheüs: Ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam Immanuël heten (Jesaja 7: 14), hetwelk is&…; God, met ons (Mattheüs 1: 23).
De Verlosser kwam dus in de wereld overeenkomstig die Goddelijke Orde. De Heer Jezus Christus verscheen niet onverwachts als een volwassen mens. Wij weten dat uit het Woord. De Heer kwam in de tijd als het Voortgaande Leven van God het Goede en het Ware. Net als het goede en het ware tot ieder onzer komt en in ons eerst een ziel formeert en dan een geest en deze daarna door de ontvangenis en geboorte met een materieel lichaam bedekt.
Dit is hoogst wonderbaarlijk. Het is een wonder dat de wereld in het algemeen nooit eerder gezien had en ook niet meer gezien heeft, sedert Jehovah onder de mensheid kwam, want Hij komt ook nu nog in het gemoed van ieder mens die Hem opneemt.Jehovah God is nedergedaald en heeft het Menselijke aangenomen om de mensen te verlossen en zalig te maken (W. Chr. G. 82). Hij komt ieder ogenblik van iedere dag van ons leven om ons kracht te geven. De Heer kwam werkelijk om de verlossing van de mens te bewerkstelligen. Hij kwam in de volheid der tijden in deze natuurlijke wereld en werd éen onzer doordat Hij een menselijk lichaam aannam, waarbinnen het Menselijke was, dat Hij verheerlijkte, dat wil zeggen, verenigde met het Goddelijke. Eén Leven, éen God, in éen Persoon, de Heer Jezus Christus is het Goddelijk Menselijke dat allen het Leven geeft. Hij daalde neder als het Goddelijk Ware om de mensen in de wereld te onderwijzen. Desniettemin was Hij, het Goddelijke Ware zijnde, ook het Goddelijk Goede. Want in God zijn het Goede en Ware niet gescheiden, maar éen Wezen. Het ware kwam op de aarde om de mensheid te leiden, want het goede was in de mens gescheiden van het ware, vanwege zijn zonde. Reeds in Zijn jaren als zuigeling was er in Christus Jezus, de Zoon van Jehovah God, het Goede en Ware, want Zijn ziel was het Goddelijk Goede of de Goddelijke Liefde. En het Goddelijk Ware of de Goddelijke Wijsheid was Zijn Geest die woonde in een op aarde ontvangen en geboren natuurlijk lichaam. Daarom staat er ook in Mattheüs en in Lukas: Want hetgeen in haar (Maria) ontvangen is, dat is uit de Heilige Geest (Mattheüs 1: 20).
De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom ook, dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden (Lukas 1: 35).
In de Christus die tot de mensen kwam, was het goede niet van het ware gescheiden, want het was Jehovah God die nederdaalde als het Goddelijk Ware, dat het Woord is. Hij scheidde Zich derhalve niet van God af, want die twee het Goede en het Ware behoren tot het Wezen van God. Het zijn de Goddelijke Liefde en Zijn Wijsheid, Zijn Goede en Ware dat bij allen invloeit. Er is in God geen scheiding tussen die beide. Deze twee de Liefde of het Goede en de Wijsheid of het Ware zijn de hoedanigheden van God. Daarom staat er in Johannes: In den beginne (In de aanvang) was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God (God was het Woord) &…; Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is.&…; En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (1: 1, 3, 14).
Nu is het Woord bij ons het Goede en het Ware ervan. Het Ware is bij ons tegenwoordig. Want de liefde en de wijsheid in ons zíjn het Koninkrijk Gods. Als dat zo is zijn die twee Zijn Ware en Goede in ons de Kerk. De Heer wordt immers Emanuel of God-met-ons genoemd? Heden, op deze dag, is Jehovah, de Heer Jezus Christus, als een Kindeke te midden van de mensen gekomen, want het Goede en het Ware hebben Zich geopenbaard. God is met ons. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou (Johannes 18: 37).
Door dit aangenomen Menselijke heeft God de verlossing van de mensheid mogelijk gemaakt en kan ieder mens wederverwekt worden, dat wil zeggen, zalig gemaakt worden. Want de hellen werden aan Hem onderworpen toen Hij ze bevocht en het boze overwon; en in de Hemelen werd de Order hersteld toen de Heer de duivelen en hun benden uitwierp. De Heer stichtte immers de Kerk opnieuw op de aarde. Dat was de reden voor Zijn Komst. Die dingen maken ook onze verlossing mogelijk. Welnu, Hij kon dat niet bewerkstelligen zonder het Menselijke aan te nemen. Want het is de arm van Jehovah (zie Jesaja 40: 10) die de boosheden welke een mens beheersen, op de knieën kan dwingen. En De arm van Jehovah is het Menselijke dat de Heer Goddelijk maakte. Op geen andere wijze kon God die in het Allerbinnenste is en dus in de zuiverste dingen, nederdalen naar de buitenste dingen, waarin de hel is en waarin de mensen van die tijd waren. De ziel kan niets doen zonder het lichaam. Alleen door Zijn sterke arm is de Almachtige God in staat de mens te redden. Hoe zou Hij een mens kunnen verlossen, tenzij Hij Zijn Menselijke Goddelijk maakte?
Het Goddelijk Ware is het Vlees geworden Woord, dat nederdaalde, opdat Hij de mens zou kunnen verlossen en zaligmaken. Het Goddelijk Ware is vanuit het Goddelijk Goede. Het is het scherpe zwaard, de speer en de boog met zijn pijlen. Deze wapenen zijn krachtdadig tegen de vijand, en door deze wordt de mens verlost, want alle sterkte, alle kracht en macht Gods behoort tot het Goddelijk Ware vanuit het Goddelijk Goede (W. Chr. G. 86).
Het is immers het Woord van Jehovah God dat nedergedaald is als het Goddelijk Ware, zoals onder andere, blijkt uit Psalm 45:
Gord Uw zwaard aan de heup , o Held! &…;
En rijd voorspoediglijk in Uw heerlijkheid,
op het woord der waarheid &…;
Uw rechterhand zal U vreselijke dingen leren.
Uw pijlen zijn scherp; volken zullen onder U vallen (4, 5, 6).
Als wij het Woord gehoorzamen is Het in ons, is de Heer in ons met grote macht. Dan strijdt het Goddelijk Ware tegen al onze boosheden en valsheden, en zo tegen alle duivelse benden. Want is het Goddelijk Ware vanuit het Goddelijk Goede niet God Zelf die het Heelal schiep? Het met dat Goede verbonden Ware is immers het Voortgaande Leven dat de gehele Mensheid gegeven wordt. En alle wetten der Orde waardoor God het Heelal in stand houdt, zijn Waarheden. Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is (Johannes 1: 3).
God heeft het Menselijke aangenomen overeenkomstig Zijn Goddelijke Orde (W.C.G. 89).
Het was dan ook noodzakelijk dat Hij Mens werd onder de mensen, dat Hij door de Heilige Geest verwekt, in de schoot van Maria gedragen, en uit haar geboren werd. En dat Hij geleidelijk in kennis en wijsheid groeide, zoals wij lezen in Lukas 2: En het Kindeke wies op, en werd gesterkt in de geest &…; En Jezus nam toe in wijsheid, en in grootte, en in genade bij God en de mensen (40, 52). En toen Hij twaalf jaren oud geworden was &…; vonden zij Hem in de tempel, zittende in het midden der leraren, hen horende, en hen ondervragende. En allen, die Hem hoorden, ontzetten zich over Zijn verstand en antwoorden (42, 46, 47).
Ook wij moeten ons voorbereiden om de Heer God op te nemen door middel van de dingen die wij weten aangaande Hem en de geestelijke dingen die van de Kerk zijn. Dat zijn de wetten van de Goddelijke Orde volgens welke de mens God kan benaderen. We moeten die als uit onszelf gehoorzamen. Want dan kan God naderbij ons komen en Zich met Hem in onze innerlijke dingen verbinden.
Het idee van een Goddelijke Almacht zonder de Goddelijke Orde vervult de dogma’s van de huidige Kerk met ongerijmdheden, zoals een Drievuldigheid van Goddelijke personen van eeuwigheid aan en van een Zoon van eeuwigheid aan. Het natuurlijke mag het geestelijke niet overheersen. En onze uitwendige aard mag niet heersen over onze inwendige.
Het Menselijke, door middel waarvan God Zichzelf in de wereld gezonden heeft, is de Zoon Gods (W. Chr. G. 92).
Wij hebben gelezen dat de Heer gezegd heeft dat de Vader Hem gezonden heeft, en dat God Zijn Zoon niet in de wereld gezonden heeft opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden, en Want Dien God gezonden heeft, Die spreekt de woorden Gods; want God geeft Hem de Geest niet met mate (Johannes 3: 17, 34).
Daarom betekent in de wereld gezonden worden nederdalen en onder de mensen komen. Dat is geschied. We hebben gezegd dat de Heer door middel van Maria een menselijke aannam waarbinnen het Menselijke was dat Hij verheerlijkte, dat wil zeggen, verenigde met het Goddelijke. Met de Zoon van God wordt Jehovah God in Zijn Menselijke bedoeld. De Zoon des Mensen (of de Zoon van de Mens) is de Heer ten aanzien van het Woord. En wat wij ‘het menselijke’ noemen, waaronder het geschapen menselijke wordt verstaan, was de zoon van Maria. Het Goddelijke dat de Heer had, was vanuit Zijn Ziel. Dat heet in het Oude en Nieuwe Testament Jehovah, de Vader. Dit wordt in Lukas uitgedrukt door de woorden: De engel Gabriël zeide tot Maria: De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen;
daarom ook, dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden (Lukas 1: 35).
Heer der heirscharen is Zijn Naam; en de Heilige Israëls is uw Verlosser; Hij zal de God des gansen aardbodems genaamd worden (Jesaja 54: 5).
Dit is de Zoon van God het Goddelijk gemaakte Menselijke van de Heer. Het is niet een van eeuwigheid aan geboren Zoon. Het is geen andere God. De Heer heeft immers Zelf verklaard dat niemand de Vader gezien heeft dan Die van God is: Deze heeft de Vader gezien. En dat niemand tot Hem kan komen dan door middel van Zijn Menselijke. Want de Heer verheerlijkte Zijn Menselijke, dat wil zeggen, maakte het Goddelijk. De Heer was niet slechts een zoon van Maria. Hij was niet slechts een geschapen mens, zoals wij. Hij is de God-Mens en de Mens-God. Hij is het Goddelijk Menselijke. De Heer heeft Zich door de handelingen der verlossing Gerechtigheid gemaakt (WCG 95).
Want de Heer was gedurende Zijn verblijf in deze wereld gehoorzaam aan het Goddelijke binnenin Hem, aan God, Zijn Vader. Doordat de Heer het boze scheidde van het goede werd Hij onze Gerechtigheid. Wierp Hij niet de draak en zijn beesten uit de Hemel? Formeerde Hij niet een nieuwe Hemel uit degenen die waardig bevonden werden en een hel uit degenen die niet waardig bevonden werden? En alle dingen der gerechtigheid geschiedden volgens de Goddelijke Orde.
Er is gezegd: Ziet de dagen komen, &…; dat Ik aan David een rechtvaardige Spruit zal verwekken; Die zal Koning zijnde regeren, &…; en gerechtigheid doen op de aarde. &…; En dit zal Zijn naam zijn &…; De Heer: onze Gerechtigheid (Jeremia 23: 5, 6; 33: 15, 16).
Want de Heer zei bij Zijn Doop: Want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen (Mattheüs 3: 15).
Is de Heer, het Goddelijk Menselijke, heden ten dage in u? Is Hij uw Verlosser? Woont Hij in uw ziel? Vervult Hij uw geest met Zijn liefde zijn Goede en Zijn Ware? Want daarom is Hij op aarde gekomen. Hij wil ons bevrijden en Zijn vrede geven. Om die reden komt Hij nog steeds in het Goede en het Ware tot allen die, als uit zichzelf, leven volgens Zijn geboden. Het Goddelijke Voortgaand komt ook nu tot allen die zich in naastenliefde en geloof tot Hem keren. Heeft Hij heden zijn Kerk in u gesticht een Nieuwe Geestelijke Kerk? Des Heren Nieuwe Kerk zijnde Nova Hierosolyma?
Amen.