door Ds. Paul Boot
Deel 1
Bij het tonen welke rol de liefde van een vrouw in het huwelijk speelt, ziet Swedenborg in het Werk De Echtelijke Liefde om te beginnen naar de gehele persoon, de ziel, het gemoed en het lichaam. Een mens is óf een vrouw óf een man, niet alleen in de natuurlijke betekenis, maar ook in de geestelijke. De liefde van ieder mens blijft eender. Ze verandert niet, ook niet nadat hij/zij deze wereld door het eindigen van zijn natuurlijke staat verlaat.
De vraag rijst: Wat is een vrouw en wat is een man? Wat maakt een vrouw vrouwelijk en een man mannelijk? We zijn allen personen en behoren als zodanig tot de mensheid. Maar we zijn ook mannen en vrouwen. Ons louter natuurlijk verstand zegt ons al dat de ene sekse anders is dan de andere en dat het doel van de seksen de voortplanting is, het continueren van de soort. We hebben echter reeds gezegd dat de mens niet louter natuurlijk is. Hij/zij is ook geestelijk, want hij/zij heeft een ziel, een gemoed en een lichaam. Er moet dus een hoger doel zijn, een geestelijk doel. Dat is het voortbrengen van de liefde of het goede en van de wijsheid of het ware.
De Heer heeft ons door middel van Swedenborg onthuld dat de oorsprong van de ziel hemels is en dat de oorsprong van het gemoed geestelijk is. Het gemoed is het bemiddelende tussen de ziel en het lichaam. Ons lichaam is natuurlijk; het is ons uitwendige of laatste. Misschien vraagt u zich af: Wat is het hemelse en wat het geestelijke? Als we de Boeken van Swedenborg aandachtig lezen, leren we dat met wat het hemelse genoemd wordt al het goede bedoeld wordt, hetgeen de liefde en de naastenliefde is. Met wat geestelijk genoemd wordt, wordt al het ware bedoeld, dus wat van het geloof en verstand is. En wat het natuurlijke genoemd wordt, is de belichaming van beide. Het geestelijke is als het ware een bedekking van het hemelse of zoals het goede omhuld door het ware. De liefde of het goede is het wezen, terwijl de wijsheid of het ware het bestaan ervan is en beide manifesteren zich in het natuurlijk lichaam. Omdat we of een vrouw of een man zijn is ons inwendige, onze ziel en ons gemoed ook verschillend.
In het Woord staat dat het binnenste, de ziel van de man zijn liefde en derhalve zijn leven is en dat zijn gemoed of geestelijke de wijsheid van die liefde is. En de liefde is omhuld door de wijsheid, die de stuwende kracht in hem wordt. Het binnenste van de echte echtgenote is de wijsheid van haar echte echtgenoot en de bedekking ervan is de liefde van de wijsheid van die echtgenoot. We zien hier iets wonderbaarlijk moois. De liefde en de wijsheid van de echtgenote is verschillend van de liefde en de wijsheid van haar echtgenoot. En toch zijn zij éen echtpaar, als zij geestelijk met elkaar verbonden zijn. De liefde van een wederverwekte man is te groeien in wijsheid, terwijl de liefde van een wederverwekte vrouw is de wijsheid van haar echtgenoot meer en meer lief te hebben. Met dat doel schiep God de mens, man en vrouw.
Hieruit kunnen wij inzien waarvandaan het verlangen is van een man en een vrouw om met elkaar verbonden te worden. Dat verlangen wordt hun niet alleen ingegeven om zich voort te planten, maar ook om geestelijk en hemels te worden. In het Boek De Echtelijke Liefde wordt ons geleerd dat die liefde het verlangen is van de verbinding van de een met de ander om éen te worden, niet alleen op seksueel maar ook op geestelijk gebied. We weten dat het zijn van een man of een vrouw tot uitdrukking komt in het natuurlijk lichaam. Dit vindt zijn oorsprong in de ziel van de mens die hetzij mannelijk hetzij vrouwelijk is. En het gemoed ontwikkelt zich dienovereenkomstig.
Hieruit zien wij dat de liefde van een vrouw verschillend is van die van een man. Laten wij nu spreken over de echtelijke liefde. De echtelijke liefde zetelt in het hemelse en geestelijke van de mens. Ze behoort niet tot de lichamelijke liefde. In het geestelijke en het hemelse, het wederverwekte gemoed en de ziel, is er hetzelfde verlangen naar verbinding als in de liefde en de wijsheid ervan of het goede en het ware ervan. Want als in een mens de liefde verbonden is met de wijsheid, is hij/zij gelukzalig.
We kunnen hieruit zien waarvandaan de neiging is van een man om verbonden te worden met een vrouw en van een vrouw om verbonden te worden met een man. Het verlangen om wijs te zijn, wordt de man ingegeven en het verlangen om met haar man verbonden te zijn, wordt de vrouw ingegeven. Hieruit is de liefde van de verbinding van het goede met het ware ervan. De oorsprong van de Wijsheid is de Liefde. Zonder de echte liefde kan de mens niet wijs worden en is geen werkelijke verbinding mogelijk. Welnu, als de mens het liefheeft om wijs te zijn en de wijsheid of het ware liefheeft, vormt zich in hem/haar de liefde tot de Wijsheid des Heren. De oorsprong van de echtelijke liefde is het huwelijk van het goede en ware in ieder mens.
De heersende liefde van de wederverwekte vrouw is de liefde tot de wijsheid van haar (toekomstige) echtgenoot, terwijl ze in de wederverwekte man de liefde is om wijs te zijn. Als de mens zijn eigen ‘wijsheid’ liefheeft, ontwikkelt zich in hem wat we de trots van het eigen inzicht noemen. Velen van ons kennen ongetwijfeld mensen bij wie die trots duidelijk heerst. Meer dan iets anders begeren zij in de ogen van anderen als wijzen en als inzichtsvollen te gelden.
De vrouw werd geschapen met een bijzondere liefde. Die liefde werd als het ware de man ontnomen en de vrouw gegeven. Zo werd zij de opnemende van de echtelijke liefde. Onder de echtelijke liefde wordt de hemelse en geestelijke liefde van het goede en ware verstaan, die de fundamentele liefde is van alle hemelse en geestelijke liefden. Die liefde werd de vrouw gegeven om in haar overheersend te zijn. Ze bekleedt haar wijsheid. In de echte man is de liefde om wijs te zijn overheersend en zijn wijsheid is er de bekleding van. Dit is zo opdat de mens het goede en ware moge opnemen in zijn/haar geestelijke en hemelse, zodat er een huwelijk zal zijn van het goede en ware in haar/zijn gemoed. Er is een neiging in ons allen om verbonden te worden met iemand van het andere geslacht, omdat de vrouw gevormd werd uit de man. Aldus is de echte vrouw de liefde van de wijsheid van haar echte echtgenoot. Het is nodig te verstaan dat de echte vrouw het nieuwe Zelf is van de mens, want de mens is niet slechts natuurlijk, maar hij/zij heeft ook een gemoed en een ziel, die geestelijk en hemels zijn.
Dit vereist een nadere uitleg, opdat de twee onderscheiden rollen en levens van de man en de vrouw – het mannelijke en het vrouwelijke – duidelijk begrepen worden. Uit het Goddelijke, dat wil zeggen, uit God, is zowel het goede als het ware. Deze worden echter opgenomen overeenkomstig de mannelijke of vrouwelijke vorm. Wat het belangrijke is, is te weten dat het goede en ware uit God verenigd of als éen voortgaat. De man is geschapen om in de eerste plaats het ware van de Goddelijke Wijsheid op te nemen, opdat het wordt verbonden met het goede van de Goddelijke liefde volgens zijn opneming van het ware in het verstand. Met andere woorden, de man wordt geboren om het verstandelijke of het verstand te worden, opdat hij op geestelijke wijze kan zien, terwijl hij natuurlijk is, dus, opdat hij het ware moge weten en gehoorzamen.
Deel 2
De vrouw wordt geboren om het willijke of de wil te worden; zij wordt daarom geboren om de liefde te worden van de wijsheid van haar echtgenoot. De termen verstandelijke en willijke worden dikwijls gebruikt in de Boeken van het Derde Testament. Wij zullen ze verklaren opdat u weet wat ermee bedoeld wordt. Wij spraken over het goede en het ware dat verenigd uit het Goddelijke voortgaat. Maar opdat wij deze twee hoedanigheden, de liefde of het goede en de wijsheid of het ware, zouden kunnen opnemen, zijn we geschapen met twee vermogens, die het verstand en de wil heten. Het verstand is het vermogen om het ware op te nemen en zo inzichtsvol te worden. En de wil is het vermogen het goede op te nemen en zo liefdevol te worden. Liefde is aandoening en willen. U kunt inzien dat de liefde of de wil van de mens zijn willijke is, terwijl de wijsheid of het verstand tot zijn verstandelijke behoort. Vanaf de schepping is het vermogen en de wil bij ons ingeplant om beide met elkaar te verbinden. En dat is mogelijk door de echtelijke liefde, dat wil zeggen, door het goede en ware dat ieder mens kan opnemen, met elkaar te verbinden in zijn/haar ziel en gemoed. Het geestelijk huwelijk dat het huwelijk is van het goede en ware uit de Heer, stemt overeen met het natuurlijk huwelijk van éen man met éen vrouw. Het geestelijk huwelijk is niet van en in de ruimte, maar het kan gezien en daardoor gekend worden in verschijningsvormen in de ruimte, dus in het leven van de mens en van het echtpaar in de natuurlijke wereld. Welnu, aangezien de wil en het verstand in de ziel en het gemoed van de wederverwekte mens hemels en geestelijk zijn, en niet natuurlijk, kunnen zij met elkaar verbonden worden. Beide vermogens kunnen met elkaar verbonden worden en verheugd zijn over die verbinding.
We hebben erover gesproken dat er zowel in mannen als in vrouwen de neiging is met elkander verbonden te worden tot een huwelijk. Deze neiging is in een vrouw een zeer bijzondere liefde die de oorzaak is van de verbinding van het goede en ware, zowel in de vrouw als in de man. De neiging van de echtgenote om zich te verbinden met haar echtgenoot en hem met haar te verbinden is een constante en voortdurende. In de echtgenoot is die neiging niet constant, maar wisselend. Aangezien een vrouw als ‘liefde’ geboren is, heeft zij het lief zich met een man te verbinden, opdat hij haar wederkerig liefheeft, want de liefde is het wezen van het leven. Zij eindigt nooit, maar werkt voortdurend. Als de liefde op enigerlei wijze beteugeld wordt, zal ze uitgedoofd worden, net als vuur uitgedoofd wordt als het geen voedsel meer vindt. Het is de vrouw die gezegend kan worden met deze bijzondere liefde, die de oorsprong is in een huwelijk van het ware geluk tussen echtgenoot en echtgenote.
Laten we nu onze aandacht op de man richten. Hoedanig is zijn neiging tot vereniging met zijn echtgenote? Zijn neiging is noch constant noch voortdurend, zoals in een vrouw. Want hij neemt die op door middel van zijn echtgenote. De ware echtgenoot verlangt ernaar die liefde op te nemen. Zijn heersende liefde is wijs te worden. Daarom variëren zijn staten van liefde overeenkomstig de staten van zijn verstand, of wijsheid. Hij bekommert zich om diverse dingen in zijn leven. Hij houdt van zijn echtgenote, maar zijn gedachten en aandoeningen worden ook door andere dingen in beslag genomen. Nu eens nemen zijn mannelijke krachten toe, dan weer nemen ze af. Zijn neiging tot verbinding met zijn echtgenote is dan ook niet constant, maar wisselend. Als bij de man het eigen inzicht heerst, beïnvloedt dat de verbinding met zijn vrouw ten ongunste, maar als zijn liefde op zijn vrouw gericht is, is er een wederzijdse neiging tot verbinding. U kunt inzien dat zonder de invloed van zijn vrouw in een man het ware niet verbonden zou worden met het goede. En in een vrouw zou zonder de invloed van haar man het goede niet verbonden worden met het ware. U moet begrijpen dat de liefde die de mens met God en de Hemel verbindt, zowel in een man als in een vrouw tot ontstaan kan komen, indien niet in een huwelijk in dit leven, dan toch in de ontwikkeling in het gemoed van de liefde van het goede uit het ware en van het ware uit het goede, want zowel in een vrouw als in een man kunnen het goede en het ware met elkaar verbonden worden. Ook dan is er het verlangen van de vrouw naar de verbinding met haar toekomstige echtgenoot en vanuit de algemene invloed van het vrouwelijk geslacht het verlangen van de man naar de verbinding met zijn toekomstige echtgenote, als zij beiden in de Hemel zijn.
Het Woord leert ons in de door Emanuel Swedenborg geschreven Boeken dat een man door de liefde van zijn echtgenote bezield wordt met het verlangen naar verbinding met haar en dat hij haar echtelijke liefde opneemt volgens zijn wijsheid. Maar het Woord heeft ons ook geopenbaard dat de echtgenote die liefde voor haar echtgenoot verbergt, opdat de man zal denken dat het zijn liefde is die hen met elkaar verbindt. We weten echter uit het voorgaande dat de man de liefde van zijn echtgenote opneemt, dat hij de opnemer is van de echtelijke liefde, hoewel hij meent dat híj liefheeft en dat zijn echtgenote zijn liefde opneemt. De waarheid is echter dat het de echtgenote is die liefheeft. Daarom worden de echtgenotes liefden en hun echtgenoten de opnemers van de echtelijke liefde. U herinnert zich ongetwijfeld dat de mannelijke vorm de verstandelijke is. Het verstand neemt het ware op en het ware overdekt het goede dat tot de liefde behoort, opdat het kan bestaan. Vrouwen zijn liefden, maar men denkt dat zij in de eerste plaats hun man gehoorzaam willen zijn en dat die liefden zijn. Een vrouw overreedt daarom haar man te geloven dat hij liefde is en dat zij, zijn vrouw, zijn liefde opneemt en hem daarom gehoorzaamt.
Laat ons onderzoeken waardoor de echtgenote haar echtgenoot met haar liefde bezielt. De oorzaak is dat de echtelijke liefde niet bij de man is, zelfs niet de liefde tot het geslacht. Mannen hebben het lief wijs te worden uit de Heer. Zonder de invloed van hun echtgenote zouden zij alleen hun eigen inzicht liefhebben. Die liefde is boos en maakt de man trots op zijn eigen inzicht. De vrouw werd daarom geschapen met het vermogen de wijsheid van haar echtgenoot lief te hebben. En de echtgenoot heeft zijn echtgenote lief vanwege de liefde voor de wijsheid die uit hem in haar is. Hieruit kunnen we inzien dat de vrouw geschapen is om liefde of wil te zijn, terwijl de man geschapen is om wijsheid of verstand te zijn. Als die twee vermogens met elkaar verbonden zijn, is er een huwelijk. Dan is er in hen de verbinding van het Goddelijk goede met het Goddelijk ware en zijn zij zoals de engelen in de Hemel.
In de Boeken van Swedenborg, het Derde Testament, staat dat in de echtgenote de neiging is tot verbinding met haar echtgenoot en niet omgekeerd. Deze neiging maakt dat haar liefde zich verbindt met zijn wijsheid. Dit geschiedt op twee afzonderlijke manieren. Deze twee manieren zijn de wegen in het verstand van de echtgenoot, namelijk zijn redelijke en zijn zedelijke wijsheid. Wat redelijke wijsheid is kunnen wij begrijpen, aangezien zij tot het verstand behoort. De zedelijke wijsheid van een man behoort ook tot zijn verstand, maar tevens tot zijn leven. Het kan niet anders dan dat het leven bestaat uit wat de wijsheid in verrukking brengt en die verrukking maakt deel uit van de aandoeningen van de man. Het leven is in het verstaan van het ware en het willen van het goede. De studie van Swedenborgs Boek Over de Echtelijke Liefde waarin over de redelijke wijsheid van de man gehandeld wordt, leert ons dat deze samengevat betrekking heeft op de wetenschap, het inzicht en de wijsheid dienaangaande, en in het bijzonder op het redelijke van de man en diens oordeel. Wat de zedelijke wijsheid betreft wordt ons in dat Boek getoond dat die betrekking heeft op het leven. De deugden ervan zijn matigheid, dus zelfbeperking, welwillendheid, vriendschap, oprechtheid, hoffelijkheid en vele andere dingen. Deze zijn, tesamen met wat de geestelijk zedelijke deugden worden genoemd, welke uit God zijn en vandaar uit de liefde jegens de naaste, de wetten van de godsdienst, van de naastenliefde, het ware, het geloof, het geweten, de onschuld en vele andere dingen. Hierin heersen de gerechtigheid en het oordeel: de gerechtigheid is van de zedelijke wijsheid en het oordeel van de redelijke wijsheid.
Hoe brengt de echtgenote de verbinding tussen haar echtgenoot en haar tot stand? Zij kan dat doen door middel van de redelijke en zedelijke wijsheid. De redelijke dingen die van het verstand van haar echtgenoot zijn, zijn in haar als zijn echtgenote, dat wil zeggen, zij herkent die van binnenuit en schenkt er haar bijval aan. Een echtgenote heeft, evenals haar echtgenoot, zedelijke wijsheid, want haar deugden zijn overeenkomstig die van de echtgenoot. Op deze wijze heeft zij deel aan zijn verstand en wil, aan het ware en goede bij hem. De echtgenote kent de deugden van haar echtgenoot beter dan hijzelf. De verbinding van de echtgenote met de zedelijke wijsheid van haar echtgenoot is van buitenaf, maar die met zijn redelijke wijsheid is van binnenuit.
Hier wordt onthuld dat de echtgenote weet welke de aandoeningen van haar echtgenoot zijn en dat ze ze kan matigen. Een man heeft deze bijzondere perceptie niet. Daarom kan een echtgenote door haar liefde voor het goede, helpen de verbinding met haar echtgenoot tot stand te brengen zonder dat deze dat weet. Een man weet niet dat zijn echtgenote die bijzondere perceptie heeft om te weten en aan te voelen welke zijn aandoeningen zijn. De echtgenotes verbergen deze perceptie in hun gemoed en hun hart. Dit is in feite een verklaring van hun liefde voor de echtgenoot. Als vrouw en echtgenote weet u ongetwijfeld dat als u het met uw echtgenoot over zijn aandoeningen hebt, dat wil zeggen over wat hij weet, wat hij verstaat en waarin hij wijs is, dat, als het ware, koude jegens u zal veroorzaken. Daarom wordt het uw hoop, vriendschap, vertrouwen en geluk in het leven deze wetenschap voor hem verborgen te houden. Dit zegt ons natuurlijk ook iets over de liefde van de echtgenoot.
Deel 3
We zien hieruit dat de echtgenote haar wijsheid ontleent aan de perceptie van de aandoeningen van haar echtgenoot en dat de redelijke wijsheid van de echtgenoot gematigd wordt door haar liefde. Noch die wijsheid van de echtgenote nog de redelijke wijsheid van haar echtgenoot kan op zichzelf bestaan. U vraagt zich misschien af waarom de wijsheid van de echtgenote verschilt van die van haar echtgenoot. De oorzaak daarvan is het verschil tussen de man en de vrouw, en dus tussen het mannelijke en het vrouwelijke. De perceptie van een echtgenoot is van zijn verstand, de perceptie van zijn echtgenote is van haar liefde. Goed, maar waarom kan de perceptie van de echtgenote niet van het verstand zijn, net als bij haar echtgenoot? Dat is ze wel, maar niet zo op de voorgrond tredend. Wat in haar op de voorgrond tredend is, is de liefde. U herinnert zich wel: een echtgenote heeft perceptie uit haar liefde, terwijl haar echtgenoot perceptie heeft uit zijn verstand. Het verstand kan perceptie hebben van dingen die boven het lichamelijke uitgaan en die niet van de wereld zijn. Het verstand van een vrouw maakt deel uit van haar liefde en behoort, als zodanig, tot de dingen van haar leven. Daarom is het inzicht van de echtgenoot redelijk zedelijk, terwijl de liefde van zijn echtgenote alleen perceptie heeft van wat tot het leven behoort en wat zij voelt. Dat is het verschil tussen het vrouwelijke en het mannelijke, tussen de echtgenote en de echtgenoot.
Van ieder mens gaat een geestelijke sfeer uit de aandoeningen van zijn liefde uit. Dat is iets waarvan de meeste mensen zich niet bewust zijn en toch weten de meesten van ons, als we erover nadenken, dat niet alleen van dieren maar ook van planten een natuurlijke sfeer uitgaat die het andere geslacht aantrekt. Het begrip dat uit de liefde, die geestelijk is, een sfeer uitgaat, kan duidelijk worden als u bedenkt dat de met elkaar verbonden liefden van man en vrouw zich voortplanten, dat er in ieder van hen de neiging en het vermogen is zich met de ander te verbinden. Bij de echtgenote verbindt de sfeer van haar leven en van de liefde tot de wijsheid van haar echtgenoot, haar met hem. Zij wordt, zoals gezegd, met haar echtgenoot verbonden door zich, als het ware, de krachten van zijn manlijkheid toe te eigenen. Maar dat gebeurt alleen als er de wederzijdse geestelijke liefde is. Laten we daarom trachten te verstaan wat de geestelijke liefde is en wat de liefde van de geestelijke dingen.
De liefde jegens de naaste of de naastenliefde, die de liefde van het ware is, gaat voort uit de Heer. Deze liefde maakt de mens tot een beeld Gods. Als de echtgenote en haar echtgenoot wederzijds in deze liefde zijn, zijn ze met elkaar verbonden. Wanneer hierdoor het leven van de echtgenote zich verenigt met het leven van haar echtgenoot, ontstaat een éen-zijn van de zielen en een verbinding van de gemoederen. Vele dingen van het gemoed van de echtgenoot worden dan in feite door zijn echtgenote opgenomen door haar vermogen zich de wijsheid van haar echtgenoot, als het ware, toe te eigenen. Het gevolg is dat zij zoals éen vlees worden, overeenkomstig wat de Heer ons in Zijn Woord leert. In werkelijkheid neemt de echtgenote in zichzelf het beeld van haar echtgenoot op. Dat zijn de dingen van de wijsheid van de echtgenoot die tot zijn ziel en gemoed behoren. In deze staat is de vrouw in geestelijke zin niet langer maagd, maar echtgenote.
Dit alles, de neiging tot verbinding van de echtgenote, haar bijzondere perceptie, waardoor ze haar echtgenoot kent, de sfeer van haar leven, het zich toeëigenen van de krachten van de manlijkheid van haar echtgenoot, heeft verbazingwekkende en wonderbaarlijke gevolgen. Door haar vermogen van perceptie en doordat ze in zichzelf de dingen ziet en voelt die in haar echtgenoot zijn, is de echtgenote in staat zijn liefde te kennen en zich ermee te verbinden. Wat zo verbazingwekkend en wonderbaarlijk is, is dat de echtgenote die perceptie heeft uit de vergemeenschapping met haar echtgenoot, dat zij uit de aanblik ziet, dat wil zeggen, uit hoe de dingen in zijn leven verschijnen, en dat zij uit de tast voelt. Zij wordt in feite het hart van haar echtgenoot, dat wil zeggen, zijn liefde. De vrouw is in wezen geschapen om in de eerste plaats de wil tot het goede te zijn, terwijl de man is geschapen om in de eerste plaats het verstand van het ware te zijn. Eenvoudig gezegd, de echtgenoot is het ware en zijn echtgenote is het goede. Zij zijn het goede en ware in vorm en aangezien zij éen zijn, is het goede in het ware en het ware van het goede. Ze erkennen elkander wederzijds en wederkerig. Dit huwelijk is de bron van de echtelijke liefde tussen echtgenoot en echtgenote. Daardoor is de echtgenoot de ziel van zijn echtgenote en is zij het hart van haar echtgenoot, dat wil zeggen, zijn liefde of naastenliefde, dus zijn wil. Ons wordt hier geleerd dat de vrouw geschapen is tot een ander nut in het leven dan de man. De vrouw vervult het nut van de liefde of het goede, terwijl de man het nut vervult van de wijsheid of het ware. En als zij éen zijn, nemen zij beiden het hemelse geluk op en verheugen zij zich daarin.
We weten dat er werkkringen of nutten zijn die eigen zijn aan de man en werkkringen of nutten die eigen zijn aan de vrouw. In de man zijn er het verstand met het denken en de wijsheid; in de vrouw zijn er de wil met het willen en de liefde. Terwijl de vrouw haar werkkringen of nutten vanuit de liefde en het willen verricht, verricht de man de zijne vanuit de wijsheid en het denken. Wat verschillend is in hun werkkringen of nutten is dat ze bij een vrouw geregeerd worden door haar perceptie en haar aandoeningen, terwijl ze door een man geregeerd worden door zijn verstand en dus door zijn begrip van recht en gerechtigheid. Als die beide klassen van nutten met elkaar verbonden zijn, ondersteunen ze elkaar wederzijds en worden ze éen. Dan werken de echtgenote en haar echtgenoot samen als éen paar en helpen ze elkaar wederzijds. Dan zijn de werkkringen of nutten van de echtgenote verbonden met die van haar echtgenoot, en wederkerig die van de echtgenoot verbonden met die van zijn echtgenote. De opvoeding van hun kinderen is zo’n gezamenlijke werkkring.
De liefde van de echtgenote is gericht op de wijsheid van haar echtgenoot. En de liefde van de echtgenoot voor haar verbindt hem met haar. Hij is de opnemer van haar liefde, opdat zij éen mogen worden. Deze liefde heet de echtelijke liefde welke hen éen maakt; het is de liefde van het goede voor het ware en van het ware voor het goede. Het is de vereniging van hun zielen en de verbinding van hun gemoederen. En deze wordt ook in het lichaam gevoeld zoals éen vlees.
We hebben deze liefde eerder genoemd en ze, om zo te zeggen, een huwelijk genoemd van het goede en het ware, of van de liefde of de wil en de wijsheid of het verstand. Welnu, het is de wil die verbindt, niet het verstand. Het verstand van de man of diens wijsheid heeft alleen het ware lief, en als zijn echtgenote haar echtgenoot niet lief had en zijn liefde, de liefde van de wijsheid van de Heer, niet opnam, zou het verstand niet verbonden worden met de wil, met andere woorden, zou het ware niet verbonden worden met het goede en zou er bij de mensheid geen echtelijke liefde bestaan. Denk eraan dat die neiging tot verbinding bij de echtgenote, onophoudelijk en voortdurend is, omdat de vrouw geboren is om liefde te worden. Als zij haar echtgenoot liefheeft, heeft hij haar wederkerig lief. Anders wordt zijn liefde of wijsheid een boze liefde en dat heet, zoals gezegd, trots en de liefde van het eigen inzicht.
Dit huwelijk van het goede en ware in ieder van hen houdt inwendig de onschuld en de vrede, de kalmte en de binnenste vriendschap, alsmede het volle vertrouwen in. En er is het wederzijdse verlangen van de animus en het hart om de ander al het goede te doen.
Welnu, hieruit kunt u begrijpen waarom wij geschapen zijn als mannen en vrouwen, de ene sekse om de liefde tot des Heren wijsheid op te nemen en de andere sekse om de liefde te worden tot de wijsheid uit de Heer van haar echtgenoot, opdat beide seksen in de Goddelijke Liefde tot de Heer uit de Heer zouden komen. Als opnemenden van het goede en ware giet de Heer van de binnenste dingen uit aan de mensen de echtelijke liefde in, in welke liefde Hij alle gezegende, gunstrijke, verkwikkelijke en wellustige dingen samenbrengt uit de Goddelijke Liefde door Zijn Goddelijke Wijsheid.
Een samenvatting.
Iedere man en iedere vrouw heeft uit de Heer het vermogen een echtgenoot en een echtgenote te worden. Zij worden dit door middel van hun wederverwekking. Het echte, eeuwige echtpaar bestaat uit de ware echtgenoot en zijn ene en enige echtgenote, en uit de ware echtgenote en haar ene en enige echtgenoot.
Einde